De
M 59 'Long Tom' is een zwaar
artilleriestuk met een kaliber van 155 mm,
ontwikkeld in
1938 in
Amerika en in gebruik sinds de
Tweede Wereldoorlog.
Het belangrijkste wapen van de Amerikaanse
lange-afstandartillerie had aanvankelijk de officiële
typeaanduiding: 155 mm gun M1 on Carriage M1 en kreeg al snel
de bijnaam 'Long Tom'. Verdere ontwikkelingen aan het kanon leidden
tot de versies M1A1 en M2. Na de Tweede Wereldoorlog werd, bij de
reorganisatie van het Amerikaanse leger, de typeaanduiding
vervangen door M59.
De Long Tom is een veldgeschut met hydropneumatische rem- en
vooruitbrenginrichting[1].
Het sluitstuk heeft een centrale schroefafsluiting met onderbroken
schroefdraad. Het kaliber is 155mm en de kanonloop heeft een lengte van 45 kalibers.
Het gewicht van de loop is 4.180 kilogram en het totaal gewicht is
13.490 kilogram[1].
Het maximale schootsbereik is 23.500 meter[1]
en de vuursnelheid bedraagt 1 schot per minuut gedurende de eerste
10 minuten en vervolgens één schot per twee minuten[1].
De Long Tom kon granaten afschieten tegen gepantserde
doelen en rook-, licht- en gasgranaten. Het gewicht van de
projectielen was circa 43 kilogram[1].
Voor de bediening was er een commandant, 10 kanonniers en een
chauffeur[1].
Het chassis, of affuit is
zo gebouwd dat ermee over oneffen terrein gereden kan worden. Het
heeft daartoe twee assen met totaal vier dubbele banden. De beide assen kunnen opgedraaid
worden zodat het kanon, wanneer het in stelling is gebracht, op een
grondplaat komt te staan. Dit biedt een zeer stabiel platform zodat
een grote accuratesse wordt bereikt. Aan de voorzijde is een
puntige schop gemonteerd die in de grond
steekt, om tijdens het afvuren, de terugslag van het kanon in de
grond op te vangen.
Het affuit is aan de voorzijde voorzien van een trekhaak waarmee het gekoppeld wordt aan een
artillerietrekker voor vervoer.
Aanvankelijk werd het stuk getrokken door een Mack NO 6x6, 7½ tons
vrachtauto, maar vanaf 1943 werd deze vervangen door de M4 High Speed Tractor.
De Long Tom werd voor het eerst ingezet in de Noord-Afrikaanse
campagne in 1943, door het Amerikaanse "34e Field Artillery
Battalion". Uiteindelijk zijn er 49 Amerikaanse bataljons mee uitgerust, waaronder 40 aan het
Europese Front en 9 in de Stille Oceaan. Het kanon werd daar vooral
gebruikt in de strijd om Okinawa en Iwo
Jima.
In het kader van de Lend-Lease Act zijn er onder meer aan
Frankrijk 25 - en aan Engeland 184 Long Toms geleverd.
Het stuk is ook bij de Nederlandse Veld
Artillerie in gebruik geweest. In 1952 werd de eerste afdeling
opgericht, de 106 afd. Veldartillerie[1].
Na 1959 was de vuurmond alleen bestemd voor mobilisabele
afdelingen[1].
In 1966 werd de Long Tom uit de bewapening genomen en vervangen
door de 175mm-M107 gemechaniseerde artillerie. De
trekker was aanvankelijk de High-Speed volrupstrekker M4 maar deze
werd later vervangen door de DAF
YA-616[1].
Long Tom is a generic name for some early cannon
and field guns, including specifically:
The 155mm Gun M1 and M2 (later
M59), widely known as the Long
Tom, were 155 millimeter caliber
field guns. They were used as heavy field weapons
by the United States armed forces during World War II and the Korean War, and were also classed as secondary
armament for seacoast defense. The Long Tom replaced the Canon de 155mm GPF in United States
service. The gun could fire a 45.36 kg (100 lb) shell to
a maximum range of 22 km (13.7 mi), with an estimated
accuracy life of 1,500 rounds.
The 155 mm Creusot Long
Tom was a French field gun (artillery piece)
manufactured by Schneider et Cie in Le
Creusot, France and used by the Boers in the
Second Boer War. The guns had a De Bange-type breech.[1]
Four guns,[2]
along with 4,000 common shells, 4,000 shrapnel shells and 800 case
shot were purchased by the South African Republic (informally
known as the Transvaal) in 1897. The guns were emplaced in forts
around Pretoria.
During the Second Boer War the guns were deployed as
field guns and siege guns at Vaal Krantz,[3]
Ladysmith, Mafeking, Kimberley and Bergendal. During the early stages of the
war these guns gave the Boers an advantage as they had longer range
than any British guns that were deployed in South Africa at the
time.[4]
After all their ammunition had been expended, the guns were
destroyed one by one, to prevent them from falling into British
hands.
Long Tom shells are incorporated in the Honoured Dead Memorial in Kimberley, commemorating those who
fell in the town's defence, where they surround the gun
called Long Cecil (built in Kimberley during the siege by
George Labram, and a catalyst in the Boers
bringing Long Tom to the siege).
Replicas of the original cannons can be seen at various places
in South Africa, including Fort Klapperkop near Pretoria, in the
Long Tom Pass in Mpumalanga, The Anglo-Boer War Museum in Bloemfontein (formerly the War Museum of the
Boer Republics) and next to the town hall in Ladysmith.
64 pounder Long Tom
Amajuba (officieel Amajuba District
Municipality) is een district in Zuid-Afrika. Voorheen was dit district bekend
onder de naam Utrecht. Amajuba ligt in de provincie
KwaZoeloe-Natal en telt 499.839
inwoners[3].
La bataille de Majuba (près de Volksrust en Afrique du Sud) eut lieu le 27 février 1881 pendant
la Première Guerre des Boers et
vit la victoire des Boers du Transvaal sur les troupes britanniques. Vaincus, les Britanniques
signèrent un traité d'armistice le 6 mars puis un traité de paix le
22 mars 1881.
Alors que depuis quelques jours, les escarmouches se succédaient
entre la British Army et les forces boers, le général
George Colley occupa le sommet de la colline de Majuba dans la nuit
du 26 au 27 février 1881 pour une raison encore inconnue. Les Boers
crurent qu'il allait tenter de déborder leurs positions à Laing's Nek et formèrent un groupe de combattants
pour l'en déloger.
La majeure partie des 405 soldats britanniques qui occupaient le
sommet de la colline était formé de 171 hommes du 58e
régiment et de 141 hommes du 92e
régiment d'infanterie (Gordon Highlanders).
Le général Colley ne fit mettre en place aucune artillerie au
sommet, ni ne fit creuser à ses hommes des tranchées pour
s'abriter.
Les Boers formèrent rapidement un groupe d'assaut sous la
direction de Nicolas Smit, groupe formé d'un assortiment de
bénévoles provenant de divers commandos, totalisant au moins 450
hommes, peut-être plus, pour attaquer la colline.
À quatre heures trente du matin, trois groupes d'assauts formés
chacun de 100 à 200 hommes commencèrent une lente progression vers
le sommet de la colline. Les groupes étaient dirigés par le
Field Cornet Stephanus Roos, le commandant D.J.K. Malan et
le commandant Joachim Ferreira. Les Boers, qui étaient de bons
tireurs, restèrent à distance respectable des Britanniques tandis
que le groupe de Ferreira allait attaquer un groupe de soldats
britanniques isolé sur Gordon's Knoll.
À 12 h 45, les hommes de Ferreira ouvrirent un feu nourri sur le
groupe britannique isolé et le firent prisonnier. L'heure d'après,
les Boers attaquaient le gros des troupes britanniques en se tenant
à distance, en refusant le corps à corps et en tirant sur les
soldats britanniques l'un après l'autre.
Dans la plus grande confusion et devant des pertes parmi ses
hommes de plus en plus fortes, Colley ordonna la retraite juste
avant d'être abattu lui-même par les tireurs boers. Le reste des
troupes britanniques s'enfuit par l'arrière de la colline, pendant
que les tireurs boers qui avaient atteint le sommet de la colline
continuaient de tirer sur l'ennemi en retraite. Deux cent
quatre-vingt-cinq Britanniques furent tués, blessés ou
capturés.
Lors de la seconde guerre des Boers de 1899 à
1902,
"Remember Majuba" (Souvenez-vous de Majuba) devint un cri
de ralliement britannique en signe de revanche face à leurs
adversaires.